Jeugdherinneringen van Jaap Matthijsse – deel 1

’t Durp.

’t Durp heette voor de eerste herindeling (gemeente Mariekerke) Dorpsplein. Na die herindeling was het, het eerste gedeelte van de Torenstraat. ’t Durp begon bij slagerij Wisse en eindigde in de omgeving van de toren. Bij de winkel van Jongepier - die nu sinds kort “bij Boone” heet - begon de Noordstraat, maar het eerste gedeelte hiervan viel ook nog onder ’t Durp.

De winkels.

We beginnen maar bij de slagerij van de gebroeders Wisse. Die zag er begin jaren ‘60 van de vorige eeuw heel anders uit maar was op dezelfde plaats gevestigd als de huidige winkel. De winkel, tja daar moest je wel eens om een boodschap maar was niet zo interessant. Nee, dan achter de winkel, daar was het slachthuis en werd soms een varken of rund geslacht. Wanneer dat gebeurde en de deuren stonden open ging ik kijken. Kon je zien hoe zo’n beest er aan de binnenzijde uitzag. Op zaterdag avond kon je in de slachterij een zakje friet halen voor - naar ik meen - 15 cent. Ook zat daar dan de wat oudere jeugd een beetje te hangen en natuurlijk friet met worst te eten (met of zonder mayo) wat uit een grote glazen pot met houten lepel op je friet werd gedeponeerd.

Aan het echte dorpsplein was de winkel van de familie Kamerling. Bakker en kruidenier. Nu woont Bram Kamerling er nog in de tot woonhuis verbouwde winkel. In de tijd die ik beschrijf (1959 / 1960) was er een klein eindje verder de winkel van Jongepier. Dat was ook een bakker en kruidenier. Het was tevens een slijterij en café waar ook drogisterijartikelen en klompen werden verkocht. In die tijd was er nog een kruidenierswinkeltje van Elizabeth (Betje van Toon) Matthijsse in de Bergstraat. Maar daarover vertel ik wanneer de Bergstraat uit mijn jeugd wordt beschreven. Omdat het familie was werden daar de kruidenierswaren gekocht door mijn moeder. Gevolg was dat ik maar zelden bij de ander kruideniers kwam. Veel mensen op het dorp gunden wel iedere winkel de klandizie dus was het een heel gepuzzel op welke dag welke bakker langskwam. Dat is nu wel ietsje anders. Een ding is sinds die tijd niet veranderd. Bij het weggaan in de winkels is er altijd een snoepje of plakje worst voor de kinderen. Een mooie Meliskerkse traditie.

Het gemeentehuis.

Meliskerke was begin 1960 nog een zelfstandige gemeente met ongeveer 625 inwoners. Een stuk van dat gemeentehuis (voor en zijgevel) staat er nog en maakt momenteel deel uit van de dorpssupermarkt, De Dagwinkel. Op een paar oude foto’s kun je de raads- en trouwzaal nog zien met een mooie schoorsteenpartij. Deze zijn te zien in één van de boekjes van Piet Davidse. Als kind kwam je zelden of nooit in het gemeentehuis. Ik weet nog dat er een echt loket was met daarachter twee gemeenteambtenaren. De heren Janse en de Groot. Ook was daar natuurlijk de burgemeester, maar die zat apart. Toen was dat burgemeester Adelaar. Jaarlijks op Koninginnedag werd vóór het gemeentehuis door de kinderen van de Boaz- en de christelijke school een aubade gebracht die in ontvangst werd genomen door de burgemeester en wethouders. Als dank sprak de burgemeester een woordje en werd er steevast een felicitatietelegram verstuurd naar de koningin. Ja, toen gebeurde er nog een iets op ’t Durp.

‘k gaen even ni ’t Durp”.

Wanneer iemand zei: “ ‘k gaen even ni ’t Durp”, was dat een begrip voor iedereen. Voor de ouderen betekende het dat ze om een boodschap gingen in één van de winkels en zeker een praatje zouden maken met een bekende die ze tegen zouden komen.

Voor de jeugd betekende het vrienden of vriendinnen opzoeken. Zeker op de zomeravon-den en op zaterdagmiddag- en avonden kwamen de kinderen en wat oudere jeugd bij elkaar op ’t Durp. Met hun zaterdagse snoepcenten naar de winkel of wat later om een ijsje bij de winkel van Jongepier die is in 1962 is overgenomen door de familie Boone. Op zomeravon-den werd soms wel tot negen uur verstoppertje gespeeld over het hele dorp. Zo kwam je nog eens ergens. Ook bij mensen in hun achtertuin. Dat kun je je nu echt niet meer voorstellen. Je zei gewoon dat je wegkroop of verstoppertje aan het spelen was. Dat vond men dan meestal wel goed.

De verzamelplaats.

Voor de kinderen die in Middelburg op school zaten was het iedere morgen verzamelen op ’t Durp - bij Kamerling - om dan gezamenlijk naar Middelburg te fietsen. Bij Kamerling hingen ook twee automaten aan de muur. Voor een dubbeltje kon je kiezen tussen kauwgom of een rolletje drop. De rijksten konden zich dus voor de fietstocht naar Middelburg van een versnapering voorzien. Dat was niet voor veel kinderen weggelegd.

‘t Piskotje.

Ik weet niet of het op meerdere dorpen voorkwam maar Meliskerke had een openbaar urinoir. In de volksmond ’t piskotje. Het stond tegenover het gemeentehuis. Later is het in verband met de aanleg van het voetpad naar de Valkenburgstraat gesloopt.

tdurp
Rechtsonder op de foto ’t piskotje.
Foto Zeeuws Archief, fotoarchief J. Torbijn

Eén van de vaste gebruikers was een gemeente-ambtenaar. Vermoedelijk een luchtje scheppen om gelijk ...., tja wat doe je in een piskotje? Verder werd het veelal gebruikt door passanten. Heren wel te verstaan want een damesafdeling had het gebouwtje niet. De gebruikers stonden met hun gezicht naar de weg en het muurtje was niet zo heel hoog. Dus kon je gelijk zien en gezien worden. Trouwens.... ook geen dak. Kortom, een natte bezigheid daar.

December 2017
Wordt vervolgd.

Copyright dorpsraad Meliskerke - Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. - Privacy - Disclaimer
Website: Elloro